Onze jaarlijkse dagtocht voerde ons op 24 juni naar Antwerpen.
Om 8 uur vertrokken we vanuit Neer.
Het was vrij druk op de Nederlandse wegen, maar dat was het ook rond Antwerpen. Gelukkig hadden we onderweg een stop gemaakt voor een kop koffie en appelgebak.
Toen we rond elf uur in Antwerpen arriveerden, stonden de gidsen al klaar voor de rondleidingen. In drie kleinere groepen werden ons de bezienswaardigheden van de stad getoond. Waar de ene gids steeds de schaduw opzocht, stond de andere vol enthousiasme in de volle zon te vertellen. En warm was het!
Bijzonder om te zien was de voetgangerstunnel van 572 meter lang. Deze loopt van het stadscentrum van Antwerpen naar de Linkeroever en gaat 31 meter diep onder de Schelde door.
De tunnel is bereikbaar via een grote lift waar je zo in kunt fietsen, of via een houten (!) roltrap uit 1933.
Typisch: ook in de voetgangerstunnel mag je fietsen.
De stad Antwerpen heeft een mix van oude, heel oude gebouwen en nieuwe architectuur. Veel oude gebouwen zijn verloren gegaan bij bombardementen, maar soms zijn ze gewoon afgebroken. Opvallend zijn de vele gebouwen die in de steigers staan, zoals “Het Steen” en de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.
Hoewel de kerk officieel gesloten was, konden we een kijkje nemen in de Sint-Carolus Borromeuskerk, die rond 1621 werd gebouwd door de Jezuïten.
We hebben heel wat geleerd over de geschiedenis van Antwerpen, die voor een groot gedeelte vervlochten is met die van Nederland.
Na de rondleiding van ongeveer twee uur hadden we nog een paar uurtjes tijd om op eigen gelegenheid de stad te verkennen. Door de hitte werd dat meestal “een terrasje pikken”.
Om drie uur vertrok de (heerlijk koele) bus voor een rondrit over de haventerreinen. Hiervoor was een deskundig gids aan boord gekomen, die over elke kaai, elk dok en elke sluis iets wist te vertellen.
Hij noemde de grote spelers van toen en nu die zich bevinden op de grote (petro)chemische industriecomplexen, containerterminals en grote opslagloodsen. Een van de huidige grote spelers is BASF (het bedrijf dat we ook kennen uit Nunhem), dat in Antwerpen het grootste chemische productiecentrum van België heeft.
Voor de uitbreiding van de haven, die in etappes heeft plaatsgevonden, zijn ook enkele kleine dorpjes opgeofferd. Tussen de havengebouwen waren een kerkje en een molen nog zichtbaar als overblijfsel hiervan.
Rond vijf uur verliet de gids de bus en werd de thuisreis aangevangen.
De dag werd afgesloten met een heerlijk diner bij Party Centrum Antoine in Soerendonck. Rond negen uur stapten we in Neer weer uit de bus.